"Thoughts and remarks" zijn aantekeningen die ik begon in 1986 in een "werkboek".
(tweede pagina)

















x/3/01   - TECHNOLOGIE -

Elke tijd vraagt om kunst die gebruik maakt van de technologie van die tijd. Hiermee wil ik niet zeggen dat het bijvoorbeeld onzin is om klassieke muziek op een cello ten gehore te brengen. Maar een (mensen-)samenleving heeft niet genoeg aan een op nut en welvaart gericht gebruik van de moderne technologie. Dat zou een vorm van armoede zijn. In doelmatige technische toepassingen blijft de technologie zelf vaak verborgen (als een slaaf die zijn werk onzichtbaar en onhoorbaar uitvoert). Kunst, als altijd gekenmerkt door vrijheid, nutteloosheid en ongerichtheid maakt, gebruik makend van eigentijdse technologie deze als het ware zichtbaar in zijn eigenheid, transparant, en gevoelsmatig ervaarbaar. Dit is een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de cultuur.




x/3/01   - FILMKUNST -

De filmkunst is ontstaan na de ontwikkeling van meerdere technieken: de optiek, electrisch licht, fijne mechanica en foto-chemie. De film als kunstvorm is, vooral na de introductie van de geluidsfilm, door veel succes snel gegroeid en is misschien mede daardoor terecht gekomen in een vaststaande vorm-taal. Dit geldt niet voor het kleine domein van de korte en experimentele film. Daar is geen succes maar wel een vrije, onderzoekende werkwijze. Binnen (of naast?) de korte film is er dan de abstracte film. Dit is de meest absolute vorm van het medium film. Behalve in de beginfase van de filmkunst heeft deze vorm weinig of geen aandacht gehad en is daardoor als cultuurbijdrage niet tot ontwikkeling gekomen. Jammer, want juist deze vorm laat het medium film geheel tot zijn recht komen. Ritme, vorm, kleurverhouding, ontwikkeling, climax, tempo: alle mogelijke hoedanigheden die deels ook aan muziekkunst gerelateerd zijn, kunnen hier uitgebuit worden.




x/3/01   - COMPUTER -

"Rotterdam is vele steden". Een computer is vele machines. Voor een klein deel door de opbouw, en voor de rest door de erin gebruikte software wordt bepaald of het apparaat bezig is met administratie of rekenen, procesbeheersing, communicatie of zoeken, of met een spel. Het laatste valt in de categorie "nutteloos", maar is daarmee geen kunst. Opvallend aan computerspellen is het streven naar realisme. Hoe realistischer het spel, hoe beter het gevonden wordt. Wat is het kenmerkende van het maken van beelden met een computer? Veel mensen ervaren een computer als erg rigide, maar dat komt omdat ze hem gebruiken met software die gemaakt is voor een zeer diverse groep mensen. Naar mijn idee is de computer als beeld-medium juist enorm grillig en 'vloeibaar', wat een oorzaak van veel problemen kan zijn als het erom gaat een proces te beheersen. Waar een computer het allerbeste in is, is: "exacte herhaling". Maar daarna ook in: herhaling met een kleiner of groter verschil. Dat laatste maakt hem zeer geschikt voor het maken van een reeks samenhangende abstracte beelden en uiteindelijk: film.




x/3/01   - KLEUR -

Ik zie dat kleur in toenemende mate een rol in mijn werk speelt, voornamelijk als beeldvormend middel. Daarom het volgende. Gewoonlijk wordt op kleur op een nadrukkelijke esthetische manier gereageerd: mooi!, oh!, aah!, of: lelijk!, vies!, bah! Dat is vreemd. De rol van "lelijke" kleuren is onder meer om de "mooie" beter uit te laten komen (en andersom). Een kleur kan alleen bestaan in samenhang met een of meer andere. Een monochroom schilderij heeft een "gekleurde" omgeving nodig als context. Ten tweede: het eigenlijke en prachtige van kleur is dat het ons in staat stelt veel tegelijk te zien. Kleur onderscheidt, scheidt een beeld in (onder-)delen zonder het totaal verloren te laten gaan. (Kleur = Informatie). (Hetzelfde kan gezegd worden van perspektief (3D in computer-taal), waarbij het opdelen van de ruimte in ruwweg 'voor', 'midden' en 'achter', het mogelijk maakt meer te "zien"). (Kleur = Diepte). In een computer, en dat is handig, wordt deze diepte direkt vertaald in aantallen bytes. Daarbij zegt een grootte van bijvoorbeeld 23 kBytes voor een foto niet zozeer iets over de hoeveelheid informatie die erin zit alswel over de mogelijke hoeveelheid.




18/4/01   - MOEILIJKE KINDEREN BESTAAN NIET -

Uit het (pedagogische) boek met bovenstaande titel van Köhler (uitg. Indigo):
"Eerst voelde je steeds sterker de 'kosmische' dimensie van het tafereel, je kwam in de stemming aan een werkelijk sacraal gebeuren deel te hebben. Maar na enige tijd verdwijnt deze indruk, om plaats te maken voor het bepaald irritante gevoel dat het hele gebeuren en de elementen ervan helemaal niets te betekenen hebben. Er sluipt iets absurds binnen. Het beeld zakt als het ware op het hoogtepunt van zijn waardigheid en schoonheid in en laat een vacuüm achter. Probeer je dit vacuüm nu te beluisteren - in plaats van wat voor de hand ligt, onmiddelijk andere gedachten en gevoelens te laten binnenstromen - dan zul je ontdekken dat het slechts in zoverre een vacuüm is dat niets meer in de gebruikelijke zin betekenis heeft.
In die leegte welt de gewaarwording op die beschreven kan worden als 'absolute zekerheid'."
Dit gaat over kinderen en opvoeden, maar is ook toepasbaar op mijn werk! (De grijze mist die in me opstijgt als ik iets wat ik eerder bizonder vond, ineens niet meer kan "zien".)




2/7/01   - WERKEN? -

Werken, wat is dat eigenlijk. De beste dingen gebeuren bij mij vanzelf, waarschijnlijk bij de aanwezigheid van bepaalde hormonen of chemicalien in mijn lichaam. Ik zit bij het open raam in de zomer, (maar het kan ook de supermarkt zijn waar ik bij de kassa sta te wachten) en het ene na het andere idee valt me in en ik geniet er ook nog van. Dit in tegenstelling met dagen dat ik mezelf moet toespreken: "het moet! het moet!" en me vol tegenzin (als ik er al in slaag allerlei binnenvallende ideen om niet aan het werk te gaan weg te slaan) aan de zware taak zet. Maar dat "het moet" is misschien toch wel de betonnen basis waar het andere zich op kan laten neerzakken. Bedacht vandaag (bij supermarktkassa) dat ik misschien wel erg gefixeerd ben op die FT. Het gaat erom hoe ik de verschillende mogelijkheden ga toepassen. Vanmiddag bij Jose keek ik door een kaleidoscope, en meteen kwam de gedachte: Bah, lijkt precies op de beelden die ik krijg met mijn FT's, wat goedkoop!




8/7/01   - ONWEER -

Het onweert.
De takken zwaaien voor mijn open raam. De groep vogeltjes (zo te zien allemaal pas geboren) die in de boom rondvlogen, zich overal aan vasthingen en pikten, is verdwenen. Het leek wel een heel familienest, met pa en ma er nog bij, dat de hele tijd van hier naar daar vloog.
Ik kijk liever naar een onweer, dan naar een theatervoorstelling.




8/7/01   - WOORD-KUNST -

Materie en informatie-hoeveelheid als last. Het mooie, ontroerende van goed schrijven is dat met een aantal goed gekozen woorden in de geest van de lezer een beeld ontstaat wat iets betekent. De schrijver maakt gebruik van de in de hoofden van zijn toekomstige lezers aanwezige informatie en "triggert" die informatie met zijn woorden. Hij moet wel goed anticiperen, soms gokken dat hij de juiste plekken treft.
Dit lijkt op informatieoverdracht via de computer. Je kan een computer-film downloaden, wat veel tijd en harde schijf-ruimte kost. Je kan ook een programma downloaden wat in jouw computer met de daar aanwezige faciliteiten, de film ter plekke opnieuw construeert. Dat lijkt op schrijven!
Mijn conclusie is eigenlijk, dat de kwaliteit van het goed geschrevene, iets heel bizonders is. Dat de compactheid ervan, en daardoor de onkwetsbaarheid (een aantal woorden, gedicht, zijn overal mee heen te nemen) een macht is.




Wales, 22/8/01   - MUUR VAN STILTE -

Hoe is het mogelijk stilte als een "muur" te ervaren?
Eerst op de kampeerplaats in Meindersveen, Drenthe, nu in Wales, ver boven op de heuvels. Maar misschien is het geen stilte, want er zijn wat geluiden: een insect, een blatend schaap, roepende vogel, verre auto, vliegtuigje, gepiep in mijn oren. Het kan harmonie zijn en niet stilte wat ik tegenkom. Of het is een "vorm", bijv. een grote vlakte waar alleen hier en daar een geluid naar boven steekt.
Maar: met duisternis, zoals bij die boerderij afgelopen za-nacht heb ik min of meer hetzelfde: ik geniet ervan, bijna niets, het diepe zwart te zien. De overeenkomst tussen beide situaties is de afwezigheid in de omgeving.




5/10/01   - HET "NIETS" -

ref. 22/8/01:
De vraag is beter gesteld als volgt:
Hoe kan het "niets" of "bijna niets" zo duidelijk als substantieel ervaren worden?




24/2/02   - PERSONAGES -

Vanmiddag las ik in de wetenschap-bijlage van de Volkskrant een stuk getiteld "Wiskunde is roddel". Het is een interview met een Amerikaan: Keith Devlin, die min of meer populair boeken schrijft over wiskunde. Ik heb altijd een haat-liefde verhouding gehad met wiskunde, dus dat interesseert me wel. Wiskunde is een taal, zegt hij, en in elke taal wordt voor het grootste deel over de eigenaardigheden van andere personen gesproken (roddel), en zo is het ook in de wiskunde, alleen zijn de personages daar abstracte zaken. Maar die Devlin is een veelzijdig mens. Zijn vrouw is roman-schrijfster. Hij zegt dat in in dat vak verrassende paralellen zijn met het zijne. Citaat: "Vroeger zat ze wel eens vast met een plot, omdat de personages niet wilden wat zij wilde. Ik begreep dat aanvankelijk niet: zij creeerde ze toch? Nu weet ik dat dat niet zo is. Je creeert wel personages, maar die hebben eigenschappen die pas in het spel eruit komen. In de wiskunde is dat niet anders." Toen ik dit las herkende ik ineens een overeenkomst met het probleem wat ik steeds tegenkom bij mijn werk: ik maak een beeld, daarvan weer een animatie met datzelfde beeld als basis, en denk steeds de zaak dan in de hand te hebben, maar steevast ontstaat er iets dat of volkomen dood is, of interessant maar op een andere manier dan ik verwachtte, en zelden of nooit gebeurt wat ik verwachtte. Dus de concepten waarmee ik werk lijken op de personages uit een roman? Het lijkt gek, maar de overeenkomst trof mij.




1/3/02   - LICHT-INTENSITEIT IN FILM -

Een verwaarloosd aspect in film is de intensiteit van het licht. In de muziek is een groot contrast tussen "hard" en "zacht" heel gewoon (òf binnen het stuk, òf afhankelijk van de soort muziek). In film kan dit technisch niet goed omdat de projectorlamp een constante hoeveelheid licht produceert. De lamp zou onderdeel moeten worden van de film, dus stuurbaar voor wat betreft de hoeveelheid licht. Een jaar of acht geleden had de Eindhovense kunstenaar en filmmaker Dick Verdult een audio-visueel programma in het Paard in Den Haag, getiteld: "De Hirosjima lightshow" ("De hoor-maar zie-maar lightshow"). Dit programma startte in absolute duisternis. Iedereen die in een doka gewerkt heeft kan zich voorstellen wat dat voor effect heeft.




29/3/02   - GOD -

Alles wat ver weg is, gaat met je mee: een boom aan de horizon, de maan. Heeft men daarom God destijds achter maan en sterren geplaatst, omdat hij dan altijd bij je bleef? Het heeft met oneindigheid en eeuwigheid te maken.
Als je je alsmaar volgens een rechte lijn voortbeweegt (deze lijn kan ook de denkbeeldige tijdlijn zijn) ga je eigenlijk over een cirkel waarvan het middelpunt in oneindig ligt. God is het middelpunt van deze cirkel, van de kosmos.
Zou daar het idee van de hel als vuurzee vandaan komen; dat zonder de kosmos, die alle warmtestraling van de aarde absorbeert, de aarde zou verbranden door zijn eigen gloeiend hete kern?




2/7/02   - WOLKEN -

Veelbelovende wolken zij iets anders
dan wolken met beloftes.
Die eerste zijn voor doelgerichte boeren die regen willen.
Maar ik kijk en wacht op de prachtige:
Die dragen geen water, maar meer: toekomst met wonderen,
onverwachte blijdschap en spilzuchtig geluk.

In het drijven langs de lucht zijn ze hetzelfde.




18/2/98   - HET GEBREK -

Wat kunst zou kunnen, is de communicatie tussen mensen bevorderen. Het zou dan betekenis moeten geven aan zaken die de taal niet kan uitdrukken. Kunst is veelomvattender dan taal, maar veel zwakker als signaal in de zin van de communicatieleer. Het "brede" van kunst zou bijdragen aan een beter begrijpen van het leven en het bestaan van elk mens.
Vandaag over Huizinga gelezen (Vlkskrnt 18/2) die zijn schrijverij als moeiteloos spel beschouwde en toch beroemd werd! (vooral in het buitenland). Bij Forest of Numbers ervaar ik dat ook, de moeite zit alleen in het alleen zijn bij alles.




28/5/98   - UITNODIGING TOT OPENEN -

DE definitie van kunst zou kunnen zijn: Dat het via de zintuigen van de mens iets open maakt, zodat door horen, zien of voelen, iets wonderbaarlijks wordt ervaren, wat zijn/haar leven lang als bizondere ervaring benoemd blijft. De UITNODIGING tot openen moet ook door het kunstwerk gebeuren. Daarom moet kunst integer zijn, anders bestaat er geen vertrouwen.




28/5/98   - GISTEREN BIJ CHRIS -

Ik zag ineens duidelijk en helder het verschijnsel van: kijken naar abstrakte film (Whitney, Belson tegenover een film met landschappen en onweren). Bij de laatste moet je hoofd steeds associeren: waar is dit, in welk werelddeel, o een stormramp etc. De gewone film verhoudt zich tot de abstracte als spreken tot muziek. Dat wist ik natuurlijk al, maar nu zag ik het heel uitgesproken: het losse, wijde, het "muzikale" van de abstractie in film.




10/7/99   - DE ZIEL -

(N.a.v. The Soul, Charles Mingus)
De ziel is het gordijn dat om het niets)* heen hangt, en langzaam heen en weer zwaait in de wereldwind.
)* of: het onbeschrijfelijke, dat wat geen naam heeft.




5/11/00   - SAENREDAM -

(N.a.v. Saenredam-tetoonstelling, Centraal Museum Utrecht)
S. creëert ruimte.
Ruimte betekent ordening in voor en achter. Een aantal lagen die makkelijk in de hersenen hun plaats vinden. Drie-dimensionaal is een complexe constructie, die echter goed in de hersenen past.
Het ruimtelijke geeft tevens een mogelijkheid tot variatie omdat de geest zich door de ruimte kan bewegen.
Daardoor komt een drie-dimensionale voorstelling minder dwingend over dan een twee-dimensionale.




15/4/02   - CONCENTRATIE EN WERKEN -

Ook al doe ik niks (liggen op de bank, lopen door het park, zwemmen in het zwembad), toch kan ik werken. Op de manier die ik "concentratie" noem. Ik denk aan een punt ergens schuin boven mijn hoofd, dáár bevindt zich op zo'n moment datgene waarmee ik bezig ben.
Als ik dat punt vaak genoeg (3x per uur) aandacht geef, schiet ik meestal enorm op met mijn werk. Er komen goede ideëen of oplossingen binnenvallen.
Dit ziet er erg makkelijk uit misschien, maar het is wel zo dat je feitelijk niets anders wezenlijks kan doen dan eenvoudige dingen als liggen of lopen.




4/5/02   - WERK-"MODES" -

Ik heb met mijn computerfilms geloof ik drie werk-"modes":
1. Het puzzelen om een programma te ontwerpen.
2. Het schrijven en schetsen bij het ontwerpen van de film.
3. Het werken met het programma, het maken van de beelden.
Overeenkomst tussen alle drie: de eigenaardige toestand die bestaat voordat je de volgende stap moet/gaat zetten.




4/5/02   - VORM EN INHOUD -

Het gepraat over "vorm en inhoud" doet mij soms denken aan God. De vorm is middel, de inhoud het doel? Maar bestaat er wel inhoud? Is het niet zo: vorm zit in vorm zit in vorm en "de laatste vorm" is de inhoud? Wat komt daarna: niets...
Zoals ik vaak denk dat de ziel een wapperend kleed is rondom de leegte, zo zal ook God niet bestaan. Maar: misschien is het zo: dat de mensheid leegte moet maken, zodat God door de mensen wordt geschapen, in plaats van andersom.
Alles omgekeerd: het einde, niet het begin van de schepping is dat God bestaat!
Jezus zei: bekeer u! (D.w.z. keer om, keer het om.)




18/8/02   - VORM IN KUNST -

Kunst heeft met vorm te maken. Hóe klinkt iets, hóe zeg je iets, hóe moet een stad eruit zien. (muziek, literatuur, architectuur.) Dze vorm heeft weer invloed op de geest van degenen die het waarnemen.
Aan de rand van de stad kom je soms landschappen tegen die op zichzelf staan en interessant zijn. (In Rotterdam: Kralingse plas (een park), R'dam Airport (een utility).) Deze plekken zijn mooi, en onderscheiden zich van het gewone platteland met z'n eeuwig saaie boerderijen, weilanden en stomme dorpen.




2/9/02   - SEEING -

The act of seeing...
Seeing is an act.




30/9/02   - WETENSCHAP VERSUS KUNST -

Het lijkt of ik voorbestemd voor de dingen die ik nu doe. Begin jaren '70 was ik op een manifestatie georganiseerd door antroposofen, waarbij van alles waarmee de antroposofie zich bezig houdt te zien was. Wat mij daarvan is bijgebleven was een onderzoek naar planten-sappen. Daarbij werd gewerkt met beelden. Die ontstonden door plantensappen op te laten zuigen in vloeipapier. De sofen interpreteerden deze beelden om meer over de planten te weten te komen. Het was m.i. wel een wetenschappelijke benadering. Maar, denk ik, anders dan bij de gewone, reguliere, exacte natuurkunde. Wanneer beschouwing en beeld een grote rol speelt bereik je een ander resultaat.
Op het NatLab (Philips) zat een onderzoeker waarbij ik plm. 1970 in verband met mijn toenmalige werk op bezoek was. Hij was o.a. dé potkern-specialist binnen Philips. Zowel qua verschijning als qua gedrag een typische wetenschapper. Gedreven en altijd met zijn vak bezig. Het bezoek was waarschijnlijk in de winter. Hij ging altijd per fiets naar zijn werk en als er sneeuw lag die dooide was hem opgevallen dat zijn fietsbanden (in die tijd bestonden nog witte fietsbanden) schoner dan ooit werden. Volgens mij was hij aan het bedenken of hieruit een nieuwe manier van wassen ontwikkeld zou kunnen worden. Dat vond ik een interessante natuurkunde-"houding".
Al het bovenstaande kwam los toen ik vandaag een bakje ingevroren eten uit de vrieskast haalde. Deksel open, maar er kwam geen damp. Meestal gebeurt dat wel. Veel mensen zijn verbaasd als er dan damp uitkomt. Het bakje is koud, het tegenovergestelde van heet. Maar de damp ontstaat als lucht met vocht erin in een veel koudere omgeving terecht komt. Dat is het geval bij een kop hete thee, maar ook bij een pas uit de vriezer gehaald bakje.
Als ik natuurkundige was zou ik gaan onderzoeken, hoe die damp eruit ziet. Zonder het precies te weten, denk ik dat hier interessante verschillen zijn in de beeld-vormen van de damp. (En waarom dan?).
Met andere woorden: er zijn waarschijnlijk veel vormen van wetenschap mogelijk, maar er is er maar één dominant: de super-analyserende, gevoelsloze...




8/10/2   - GEHOOR/GEZICHT -

Geluid is een soort alarm, waarschijnlijk ook de eerste functie van de menselijke stem: alarm kunnen maken.
Gehoor en gezicht verschilt: met de oren kun je geluiden horen, met de stem ze maken. Met de ogen kun je dingen zien,maar er is geen menselijk orgaan dat beelden produceert.
Ik kan me goed een film met acteurs (een speelfilm dus) voorstellen waarbij geen geluid is: alles vindt plaats in stilte, en wat er dan gebeurt is ....




22/10/2   - WEEFSEL -

Mijn werk is een weefsel van programmeertechniek en visueel gevoel en visuele ervaring. Het programmeren is een horizontale beweging (voorbereiding op de volgende stap); het maken van de beelden met een voor de zoveelste keer aangepast programma is een verticale beweging (stapje vooruit).

          <------------------------
          ------------------------->




7/4/2   - VERWARRING TEGENGAAN -

In het kader van de verwarring die lijkt te heersen in het gebied van de abstracte film: (Iota)
Bij alles wat er is en wordt gemaakt moeten de volgende autoriteiten hun oordeel uitspreken, in volgorde:
          je ogen
          je geest
          je hart
          je buik (alle organen onder het hart)
Vinden die allen het goed, dan is het goed.(al is het maar voor jou) Dit verlost je van de "waan van de dag", en van veel meer....




7/4/2   - CITAAT DU PERRON -

Nooit nog iets van du Perron gelezen. Het wordt hoog tijd. Hier beschrijft hij op een boot die langs Java vaart een zonsondergang:

"Vanmiddag tot besluit een pracht van een zonsondergang, de mooiste van alle misschien wel: met een wolkenlandschap dat onverbeterlik op een stad leek, met holen van vuur erin en stralen die daaruit weer over andere wolken stortten als zoeklichten; totdat alles langzaam gesmolten was, gestold, eerst als een verwoesting van Sodom, later enkel nog de als een koude gloed vanonder de grond, een hel van William Blake."

Tegenwoordig schijnt er in Nederland een taboe te rusten op het bewonderen van zonsondergangen. Vreemd. Ik zou een stuk film willen maken wat er zo uitziet.




5/1/3   - MINDER DAN LEEGTE -

De Caldic-collectie in Boijmans. Zeer veel min of meer bekend werk van de laatste 50 jaar en erg de moeite waard om te zien.
Maar ik had één speciale ervaring.
Er hangt een object van Kapoor, dat de vorm heeft van een in de breedte gehalveerde eierschaal, een soort kom, doorsnede plm. 1 meter en buiten en binnen helemaal monochroom bedekt met diepblauw pigment.
Als je er vlak voorstaat en naar binnen kijkt is de rand nog zichtbaar. Maar verder naar binnen toe verdwijnt het licht. Het donkerblauw wordt alsmaar donkerder. Je ziet het zwart, maar nog erger: je ziet niets. Je ziet hét niets!
Ondertussen heeft je oog nog niet het diepere deel van de kom bereikt. Ineens dringt het tot je door dat het indrukwekkende zwarte niets wat je net zag nog lang niet alles is. Erachter is iets nog veel zwarters en nietigers, het is niet waar te nemen!




5/1/3   - HET ABSTRACTE BEELD -

N.a.v. lezen in: "From Dawn to Decadence" (Jacques Barzun, 2000) plm. pag. 700:
Abstractie in de beeldende kunst staat helemaal niet ver af van de werkelijkheid, het concrete. Het is meer een concentratie op het zien: wat komt er nu wèrkelijk op aan. De kern van de waarneming blijkt dan vaak beter uit te drukken in een abstractie.
Niks heiligs of kaals, of gevoelsarmoede: de essentie.




7/2/3   - DE WANHOOP VAN GIACOMETTI -

Het boek van James Lord over Giacometti, opnieuw, maar nu met veel meer aandacht en aantrekking, herlezen (na 8 jaar?). De wanhoop van G. is veel groter en echter dan ik bij 1e lezing ervaarde. Het moeilijke is dat hij op gegeven moment ziet hoe het kan worden en tegelijk beseft dat de kans dat het hem lukt om dat te realiseren klein is.
De ideale voorstelling is absoluut. Dat absolute kan zeer ontmoedigend werken. Je maakt iets goeds, maar het zou 100x beter kunnen en daarom is het goede ineens waardeloos.




30/4/3   - WETENSCHAPPERS EN KUNST -

Leo Vroman schrijft het volgende in het Poezie-tijdschrift Awater (jan. 2002): "Mijn ouders lazen geen verzen, mijn vader citeerde op zijn modernst Vondel want hij was een fysicus en mijn moeder een wiskundige. Ze beschouwden juist de beste dichters met achterdocht geloof ik, omdat dichters en zelfs romanschrijvers net als goochelaars iets wisten te bereiken waar ze geen recht op hoorden te hebben."
Dit stuk van Vroman gaat echter vnl. over zijn ontmoetingen met Greshoff. Aan het eind schrijft hij: "Ach Jan, wordt eens wakker, je hebt nu lang genoeg gestorven."




19/11/01   - MARTIN ARNOLD -

Na de honderden bizondere korte films die ik gezien heb in mijn leven tot nu toe, kwam er hier op Avanto-Helsinki weer wat volkomen nieuws bij: de films van de Oostenrijker Martin Arnold. Zijn werk bestaat uit het bewerken in het tijdsdomein van bestaande film. Hij haalt er een korte scene uit en vertraagt die. Maar hoe! In de tijd worden stappen vooruit en terug gezet op basis van een ritme dat je aandacht volledig meesleept. Na een tijdje besef je dat nu iets ziet wat in de oorspronkelijke filmscene onder de oppervlakte bleef. En ook: dat als je film even gelijk stelt met "het gewone leven", je ook daar waarschijnlijk het grootste deel van het gebeuren meestal niet ziet! De manier waarop M.A. te werk gaat is ook humoristisch. Via zijn films zouden veel mensen een nieuwe kijk kunnen krijgen op de zogenaamde experimentele film.




3/7/03   - WAT DOET MOOI -

Als iets mooi is, gaat het niet om het mooie, maar over een gebeurtenis waarbij je door de belemmeringen, muren, die normaal om je heen zitten heenbreekt en inzicht hebt in iets wat je anders niet kan ervaren. Er is een deur geopend naar een ervaring die meer omvat dan je normaal als mens in het dagelijkse leven kan hebben. Het mooie dient als verleiding. Zonder dat zou je deze blik op het grotere, eindeloze, niet kunnen verdragen.




23/8/03   - GEBAAR -

Een paar jaar geleden was ik een familiefoto aan het inlijsten. Een ouderwetse studiofoto waarvoor we naar de fotograaf waren gegaan met nette kleren en geknipte haren. Wat me opviel toen ik naar mezelf keek (toen 7 of 8 jaar) is wat ik met mijn handen doe: met de duim en wijsvinger van mijn linkerhand hou ik mijn rechterduim vast. Het leek mij iets te betekenen en daarom bootste ik deze houding na met de verwachting dat er misschien in mijn hoofd of lichaam iets zou gebeuren wat verband hield met deze pose. Er gebeurde niets, behalve dat ik me weer een beetje een jongen van 7 jaar oud voelde. Het afgelopen jaar echter zag ik tweemaal in de krant een foto waarop iemand precies hetzelfde doet! Dat het beide beroemdheden zijn ligt voor de hand want die komen eerder in de krant. Hun gebaar is precies hetzelfde. Het gebaar is niet communicatief, het verbeeldt m.i. een innerlijke gevoel. Maar welk gevoel?     see pic




30/9/03   - REGEN -

In het park op een grijze dag. Het was windstil en het regende. De druppels vielen, ongestoord door wind, prachtig verticaal naar beneden.
De regen duurde niet lang. Kort daarna begon het te waaien. Nu ontstond een secundaire regenbui doordat de wind het water dat op de boombladeren was achtergebleven, eraf liet vallen.
De eerste bui viel buiten de bomen, de tweede juist eronder.




25/9/03   - LEARN -

"For the things we have to learn before we can do them, we learn by doing them" (Aristoteles, Nichomachean Ethics, II:1)




10/10/03   - FUNCTIE VAN KLEUR -

Het wordt steeds duidelijker dat ik kleur allen maar gebruik voor variatie en détaillering van het beeld. Met welke kleuren maakt niet veel uit als ze het beeld maar naar voren brengen. Alleen met paars...., heb ik steeds moeite.




10/10/03   - WIE DOET WAT EIGENLIJK? -

Ik ontdek beelden; mijn programma heeft ze gemaakt. Ik ga er dan wat aan schaven, probeer het eigen-aardige ervan zoveel mogelijk uit te graven. (Zoals een ontdekkingsreiziger vroeger in een oerwoud onbekende planten of dieren vond).




10/10/03   - NEWTON EN DE STRIJD TUSSEN RATIO EN GEVOEL -

Newton heeft de manier waarop mensen (in het Westen in elk geval) hun omgeving ervaren totaal veranderd. (Lees het boek: Isaac Newton, van James Gleick) Tot voor kort dacht ik dat de Franse Verlichting de ratio in onze samenleving had ingevoerd. Maar waarschijnlijk is het eerder Newton. Hij kreeg later in zijn leven veel kritiek, o.a. van dichters die zijn houding te kil vonden.
De strijd tussen rede en gevoel kon beginnen, en is nog steeds gaande. Misschien moet men ook eens een tijdje stoppen met die ratio. Alles wordt tegenwoordig gemeten. (Onderzoeken en tabellen in de krant, CITO-toetsen op school, het wordt geloofd). In plaats daarvan zou het beter zijn stil te staan bij het wonder van veel natuurkundeverschijnselen. En die wonderen in hun hoedanigheid een grotere plaats te geven in ons leven.




18/10/03   - HET ALPHA-BÈTA DILEMMA, KUNST EN TECHNOLOGIE -

Rudy Kousbroek uit in zijn essay "Het licht van de rede of het licht van de kerstboom" (Boek: Einsteins poppenhuis, 1990, Meulenhoff) zijn verbazing (verontwaardiging) over dat machines en alles wat met technologie te maken heeft door kunstenaars wordt genegeerd in hun beelden, producten. En als ze er wel iets mee doen is het altijd mislukt. Hij geeft als voorbeeld de stoommachine. In de 2 eeuwen dat die een grote rol speelde in hij nauwelijks terug te vinden op schilderijen of foto's uit die tijd.
Als ex-ingenieur denk ik dat er een duidelijke reden is voor dit feit. Ik vermoed dat een kunstenaar bij het aanschouwen van een stoommachine meteen getroffen werd door de lelijkheid (of nog iets veel ergers) en zich daarom snel tot iets anders wendde.
De stoommachine is (was) een wonder. De ontwerpers hebben hun uiterste best gedaan om allerlei eigenschappen (rendement, levensduur, veiligheid, compactheid, zo klein mogelijk gewicht, etc. etc.) zo groot mogelijk te maken. Kortom de "efficiency" overheerst totaal. (Er is geen ruimte voor verspilling). De kunstenaar schrikt van de stoommachine! Dit komt niet alleen omdat hij in de kunst terecht kwam omdat hij in alle andere vakken mislukte, maar omdat hij ziet (ruikt) dat hier iets essentieels ontbreekt: bij het ontwerp van de machine is totaal geen aandacht geweest om de essentie van het natuurkundig proces dat de machine mogelijk maakt, te verwerken in vorm, kleur en opbouw. Kortom, de hele constructie is louter en alleen op efficiency gericht.
Voor iets méér, wat bijvoorbeeld een soort eerbetoon aan het wonder van de stoomkracht zou zijn, daar was geen geld/tijd/aandacht voor.